Brandweerkazerne Berkel en Rodenrijs

De brandweerkazerne van 1.716 m2 staat op een zichtlocatie aan de zuidrand van Berkel en Rodenrijs op het bedrijventerrein “de Berkelse Poort”. In het ontwerp van 2004 is rekening gehouden met een mogelijke toekomstige uitbreiding tot 2.500 m2 in verband met de groei van het aantal inwoners en professionalisering van de brandweerzorg. De totale kavel is voorzien van een huls van gaas. Alle benodigde ruimten, oefenplaatsen en parkeerplaatsen zijn binnen die huls gesitueerd. De huls biedt voldoende ruimte voor alle toekomstige uitbreidingen terwijl de hoofdvorm intact blijft.

De temperatuur in het gebouw wordt middels betonkernactivering, gevoed door warmte en koude uit de bodem, continu op een temperatuur van minimaal 15 graden Celsius gehouden. Alleen als het nodig is, bijvoorbeeld bij een uitruk, wordt het gebouw snel opgewarmd tot een comfortabele temperatuur. De huls van gaas beschaduwt het gebouw als een tropisch dak. Hierdoor wordt opwarming in de zomermaanden beperkt. Door deze maatregelen is het een energiezuinig gebouw.

Status gerealiseerd 2006
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk, Fons Verheijen
Medewerkers Hans Schepman
Opdrachtgever(s) Gemeente Berkel en Rodenrijs
Gerelateerd

De brandweerkazerne van circa 4.500 m2 ligt direct naast een uitgestrekt natuurgebied tussen Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel met prachtige rietlanden en heeft een directe verbinding naar de A9.

Het gebouw staat in het water en heeft een carrévormige onderbouw rond een binnenplaats. Op deze binnenplaats zijn de remises, werkplaatsen en oefenruimten georiënteerd. De binnenplaats wordt ook als oefenplek gebruikt. De carrévorm beschermt de omliggende bebouwing tegen het geluid van de brandweeroefeningen. Bovenop de onderbouw ligt een volume van twee bouwlagen dat aan beide zijden 15 m uitkraagt. In deze lagen bevinden zich de kantoren, slaapkamers, kantine, woonkamer en de sportzaal. De metalen gevelafwerking heeft een sterke horizontale belijning die verwijst naar het platte landschap. Aan de voorzijde zijn roosters op de gevel gemonteerd die dienst doen als zonwering en als glazenwasbalkon.

Het gebouw is energiezuinig door hoogwaardige isolatie en een zeer efficiënte installatie. Verwarming geschiedt door stadsverwarming, koeling met koud water uit de bodem door middel van een monobroninstallatie. De ventilatieinstallatie is voorzien van een warmtewiel en zuigt zo koel mogelijke lucht aan onder het grote overstek boven de waterpartij.

In juni 2011 hebben de medewerkers van Achmea hun intrek genomen in het nieuwe hoofdkantoor (voor regio Zuidwest Nederland) aan de Dellaertweg in Leiden. Het Achmeagebouw (32.000m2) is enig in zijn soort. Het gebouw staat ingeklemd op een langgerekte kavel tussen het spoor en de wegen/tunnel van het stationsgebied. Vanwege de grote hoeveelheid leidingen die in de grond moesten blijven liggen is het gebouw opgetild. Het gebouw staat op slank vormgegeven kolomconstructies, die doen denken aan de vorm van een boom. De gevels zijn voorzien van gele, rode en blauwe panelen, als tegenwicht tegen de verder grijze kantooromgeving. Met de kleuren wordt verwezen naar Theo van Doesburg die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Leiden kunstbeweging de Stijl oprichtte.Onder de grond bevindt zich een tweelaagse, openbare parkeergarage ten behoeve van 340 auto’s.

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

Ten westen van Utrecht ligt de grootste nieuwbouwwijk van Nederland: Leidsche Rijn. Hier wonen en werken bijna 80.000 mensen. De snelweg A2 loopt door die grote uitbreiding van Utrecht als het ware dwars door de stad heen. In een flauwe bocht in de A2, ter plaatse van Lage Weide ligt "the Wall", een 800 m lang en 60 m breed gebouw. The Wall is een geluidscherm en multifunctioneel gebouw ineen. Het gebouw wordt vanaf de A2 bij 100 km per uur in 28 seconden voorbij gereden. Op dit fenomeen is het ontwerp gemaakt. De rode hoofdmassa verandert langzaam van vorm waardoor hij bij het voorbijgaan fluide lijkt te worden. De langzaam vloeiende lijnen bevinden zich ook aan de ingangszijde van het winkelcomplex, de Leidsche Rijn zijde. Beide zijden lopen in elkaar over ter plaatse van de kop en de staart. De kop kraagt 16 m uit en bevindt zich ter plaatse van de op- en afrit van de snelweg. Aan de Leidsche Rijn zijde bevinden zich vier grote entrees. In deze gevel zijn eveneens de hellingbanen naar het parkeerdek gesitueerd.Vanaf het parkeerdek zijn stijg- en daalpunten opgenomen die de bezoekers naar de winkels brengen. Achter de winkels is een aparte expeditiestraat waar het publiek geen toegang tot heeft.