Drijvend terras café restaurant Annie's, Leiden

In de oude werfkelders op de kruising van de Oude en de Nieuwe Rijn in het centrum van Leiden bevindt zich het café restaurant "Annie's". In opdracht van de eigenaar van het restaurant hebben we een gekromd drijvend terras ontworpen.

Status gerealiseerd maart 2023
Architecten Gerrit-Jan van Rijswijk
Medewerkers Thomas Gillet
Gerelateerd

Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het gebouw is in januari 2015 geopend en combineert een depot- met een museumfunctie.  Het archeologisch centrum is vernoemd naar Hilde, een vrouw uit de vierde eeuw na Christus en gevonden in 1995 bij een opgraving in Castricum.  

Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Elke Nederlandse provincie is verantwoordelijk voor het in stand houden en tentoonstellen van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het oude depot van Noord-Holland in Wormer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar  en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers.  Het gebouw op de Zanderij in Castricum biedt voldoende ruimte voor beheer en het tentoonstellen van archeologische vondsten en collecties.

Huis van Hilde heeft een vloeroppervlak van 4.480 m2 en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het gebouw is ontworpen vanuit het omringende landschap. Het ontwerp refereert aan een nollenlandschap; een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden.

In het bovengrondse, langgerekte paviljoen zijn aan de ene kant de hoofdingang, met balie en museumwinkel , alsmede een ruimte voor tijdelijke exposities, garderobe en toiletten gesitueerd en aan de andere kant de kantoren van de medewerkers. Op de eerste verdieping bevinden zich een kleinschalig restaurant met terras (op het depot) en auditorium. De langgerekte vorm en het 70 meter lange dak van het gebouw verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De gebogen dakconstructie is afgewerkt met CorTenstalen beplating als een verwijzing naar rietgedekte boerderijen. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat. De gevel is afgewerkt met natuursteen uit Marokko, met fossiele pijlstaartinktvissen erin, een verwijzing naar de archeologische functie van het gebouw. Deze steen komt ook weer terug in het interieur.

Het depot is circa 2.200 m2 groot en verdeeld in diverse archiefruimten en de centraal gelegen tentoonstellingsruimte. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen wordt op passieve wijze een stabiel klimaat bereikt en zijn maar beperkt installaties nodig om de temperatuur en luchtvochtigheid in het depot constant te houden. Door tijdens ontwerp en uitvoering sterk in te zetten op duurzaamheid heeft Huis van Hilde een gemiddelde score van 8,6 op het duurzaamheidslabel GPR. Daarnaast heeft het integreren van gebouwdelen in het landschap zeker ook een symbolische waarde: de beste plek om archeologisch schatten te bewaren is in de grond. 

Aan de oostzijde van Enschede, aan de rand van het centrum ligt het grote wijkwinkelcentrum Miro. Het voormalige winkelcentrum was sterk verouderd en is gefaseerd vervangen door nieuwbouw. Door gefaseerd te slopen en te bouwen konden alle winkels open blijven. De herontwikkeling is april 2014 afgerond.

Het gebouw is compact en duurzaam ontworpen en zorgvuldig in de bestaande situatie ingepast. De gebouwvorm, een komma, zorgt voor goede zichtijnen. Het merendeel van de gevel is van glas. Alle huurders zijn zowel vanaf de promenade als de weg goed zichtbaar. De luifel is sfeervol en fungeert als droogloop bij slecht weer. Reclame is integraal in het ontwerp meegenomen. Onder het spiegelende luifelplafond bevindt zich een gebogen glazen scherm ten behoeve van lichtreclames.

De bestaande ecologische zone aan de oostzijde van het winkelcentrum loopt vloeiend door in het gras-kruidendak van het gebouw. Het groene dak heeft niet alleen een ecologische, maar tevens een warmtedempende functie, waardoor het binnenklimaat ook bij zomerse temperaturen aangenaam is. De daklijn wordt 's avonds geaccentueerd met een ledlijn. Daar waar het dak naar de grond komt wordt de metalen dakrand dikker en is deze geperforeerd met een vlinderpatroon.

De winkelgalerij eindigt aan de oostzijde in een atrium met onder andere een Albert Heijn XL. Het dak van het atrium is voorzien van zonnepanelen, die stroom leveren aan de supermarkt. In de zomer biedt het dak extra natuurlijke ventilatie. Restwarmte wordt hergebruikt om energiekosten laag te houden. Voor de waterhuishouding is eveneens gezocht naar een duurzame oplossing; wateroverlast wordt voorkomen door regenwater binnen het perceel te bufferen, zowel in de waterbergende constructie van het groene dak als in de waterbergende laag van het parkeerterrein.

De openbare ruimte is hoogwaardig ingericht. Parkeren is gratis, direct voor de deur van de winkels.

In 2014 is in het kader van de Herijkingsagenda van de TU Delft de huisvesting voor het TU Delft Process Technology Institute gerealiseerd. In deze nieuwe organisatie zijn diverse leerstoelen binnen de afdelingen van zowel de faculteit 3mE als de faculteit TNW ondergebracht.  De huisvesting is gerealiseerd binnen de bestaande hal 3 van de faculteit 3mE, een grote industriële hal met sheddaken, en in de aangrenzende kantoorvleugel en een recente uitbreiding aan de Leeghwaterstraat. De totale herinrichting beslaat ca. 3600 m2; circa 2.800 m2 labruimtes, 400 m2 kantoor- en vergaderruimtes, 120 m2 studie- en onderwijsruimtes, en 280 m2 algemene voorzieningen.

In de nieuwe huisvesting profileert het TU Delft Process Technology Institute zich op het gebied van 3 toepassingsgebieden rondom procestechnologie en stromingsleer. Het onderzoek binnen deze gebieden heeft veelal een duurzame kant: het gaat bijvoorbeeld om energiezuinige productieprocessen, afvalverwerking, waterzuivering, en alternatieven voor schaarse grondstoffen. Onderwerpen die niet alleen belangrijk zijn voor de industrie, maar voor de hele samenleving. In de loop der jaren had de organisatie op verschillende plekken binnen de TU een scala aan proefopstellingen verzameld, waarvan eerst uitgezocht moest worden welke nog relevant, toekomstbestendig, veelbelovend, of vergeten en mislukt waren. Een bijzonder complexe puzzel, waarbij de nieuwe huisvesting ook nog eens ruimte moet bieden voor de experimenten van de toekomst. Met een heldere organisatie van ruimtes en installatietechniek, met oog voor brandveiligheid, en met veel geduld is de hele operatie tot een succes gebracht.  De nieuwe huisvesting bevordert de samenwerking tussen de betrokken afdelingen, en zorgt ervoor dat het onderzoek ook zichtbaar is voor de hele gemeenschap. De verschillende afdelingen maken gebruik van gedeelde onderzoeksfaciliteiten, een gemeenschappelijk macrolab, waar grote proefopstellingen kunnen worden gebouwd, om de haalbaarheid van industriële toepassingen te testen. Kantoor- en vergaderruimtes zijn geclusterd in de aangrenzende vleugels, die een directe relatie hebben met de onderzoeksruimte. Hier hebben de afdelingen hun eigen werkplekconcept gerealiseerd. Ook is er een aantal studentenwerkplekken gecreëerd binnen de labomgeving, het zogeheten ‘kraaiennest’.

De bouwkundige ingrepen zijn ruim binnen het gestelde budget gerealiseerd. De bijzondere ruimtelijkheid van de oorspronkelijke industriehal geeft het plan extra waarde. Bij verbouwingen binnen een bestaand complex blijkt de impact van het aanpassen van de installaties niet te onderschatten, zowel ruimtelijk als financieel. Dat geldt zeker voor een labomgeving als deze. Veel aandacht is daarom uitgegaan naar het integreren van de installaties in het bouwkundig ontwerp.

Het instituut heeft met de nieuwe huisvesting een herkenbare, transparante en bovenal doelmatige leer- en werkomgeving gekregen. Het gebouw draagt bij aan de aantrekkingskracht van het instituut op studenten. In het nieuwe instituut werken ca. 80 medewerkers en 35 studenten. Daarnaast zijn ca. 100 PhD studenten werkzaam binnen het instituut. 

De brandweerkazerne van 1.716 m2 staat op een zichtlocatie aan de zuidrand van Berkel en Rodenrijs op het bedrijventerrein “de Berkelse Poort”. In het ontwerp van 2004 is rekening gehouden met een mogelijke toekomstige uitbreiding tot 2.500 m2 in verband met de groei van het aantal inwoners en professionalisering van de brandweerzorg. De totale kavel is voorzien van een huls van gaas. Alle benodigde ruimten, oefenplaatsen en parkeerplaatsen zijn binnen die huls gesitueerd. De huls biedt voldoende ruimte voor alle toekomstige uitbreidingen terwijl de hoofdvorm intact blijft.

De temperatuur in het gebouw wordt middels betonkernactivering, gevoed door warmte en koude uit de bodem, continu op een temperatuur van minimaal 15 graden Celsius gehouden. Alleen als het nodig is, bijvoorbeeld bij een uitruk, wordt het gebouw snel opgewarmd tot een comfortabele temperatuur. De huls van gaas beschaduwt het gebouw als een tropisch dak. Hierdoor wordt opwarming in de zomermaanden beperkt. Door deze maatregelen is het een energiezuinig gebouw.